Faalangst is een veelvoorkomend probleem dat negatief ingrijpt in de ontwikkeling van zorgvragers. Volgens de DSM-5 is faalangst geen aparte stoornis, maar kan faalangst deel uitmaken van sociale angst of gegeneraliseerde angst. Faalangst kan zorgen voor stress en frustratie, onderpresteren, motivatieverlies en uitval in het onderwijs. Faalangst wordt zichtbaar bij toetsen en examens, bij presentaties en sociale contacten.

Bij het expertisecentrum van Zorg-Los bestaat de mogelijkheid tot het volgen van een faalangsttraining. Deze training is bedoeld voor zorgvragers die door faalangst niet goed meer in staat zijn tot het volgen van een gezond dagritme. De training wordt gegeven door twee opgeleide professionals op het gebied van faalangst. De training kan individueel of in een groep van maximaal acht zorgvragers worden gevolgd. De keuze voor een groepstraining of een individuele training is afhankelijk van de problematiek van de zorgvrager. Zorgvragers met ASS-problematiek kunnen deelnemen indien zij voldoende socidiagnale vaardigheden hebben en zij zich in een groep kunnen handhaven. Zorgvragers met ernstige gedragsproblemen kunnen de groep dusdanig beïnvloeden, dat een veilig werkklimaat onder druk komt te staan. Dit geldt ook voor zorgvragers die een zeer lage motivatie voor deelname aan de training hebben en de neiging hebben zich af te zetten. Tot slot kan persoonlijkheidsproblematiek een reden zijn om te kiezen voor een individuele training.

In het voortraject wordt door middel van een gesprek en afname van diagnostiek de diagnose faalangst gesteld en wordt de keuze gemaakt voor een individuele training of een groepstraining. Er wordt persoonlijk kennis gemaakt met de zorgvrager en uitleg gegeven over de training.

De training bestaat uit zeven sessies van ongeveer twee uur. De training is gebaseerd op de methode ‘Eerste hulp bij faalangst’ van Petra Lahr en Daphne Rijkée. De training start met psycho-educatie over angst, waarna direct tools worden aangereikt om de lichamelijke reactie van angst de baas te worden door middel van ontspanningsoefeningen. Hierna wordt de cognitieve gedragstherapie geïntroduceerd door middel van G-schema’s. Het zelfvertrouwen wordt opgebouwd door te werken aan een realistisch zelfbeeld. Het zelfinzicht van de zorgvragers wordt vergroot door een focus op kwaliteiten en valkuilen. Het aanleren van vaardigheden is werkzaam bij angstreductie. Daarom wordt een sessie gewijd aan het aanleren van studievaardigheden. Ook krijgen de zorgvragers presentatievaardigheden aangeleerd. Memory Lane in sessie zes is gebaseerd op de techniek ‘Ankeren’ vanuit het neuro linguïstisch programmeren. Ongeveer halverwege de training staat een oudersessie gepland met de zorgvrager. Tijdens deze sessie wordt uitleg gegeven over faalangst en over de inhoud van de training. Tevens wordt besproken hoe ouders/verzorgers hier thuis op kunnen inspelen.

De afronding vindt plaats door middel van een gesprek met de zorgvrager en afname van de diagnostiek. De nameting wordt gebruikt voor het verbeteren van de training.